Archieven: casino`s en speelhallen

Poker is de naam van een aantal kaartspelen waarbij spelers inzetten op basis van de kaarten die ze in de hand houden. Bij poker is er sprake van een gemeenschappelijke pot die bestaat uit de inzetten van de spelers. De pot wordt toegekend aan de speler die ofwel de hoogste kaarten in de hand heeft wanneer alle kaarten bekend zijn of een bedrag inzet dat zijn tegenstanders niet willen evenaren.

Alle pokervarianten beginnen met een gedwongen inzet waarbij de pokerspelers concurreren. Bij Seven Card Stud zijn er twee gedwongen inzetten, een ante en een bring-in. Bij andere varianten zijn de gedwongen inzetten een kleine blind en een grote blind (en soms ook een ante). In elk eenvoudig pokerspel zetten de spelers strategisch in via een aantal voor hen beschikbare acties. De volgende acties kunnen worden gebruikt:

1. CHECK – als er in de huidige inzetronde niet wordt ingezet, kan een speler checken. Wanneer een speler checkt, gaat de beurt naar de volgende persoon links van de speler die heeft gecheckt. Bij een check verliest de speler niet het recht op de pot, maar alleen het recht om in deze ronde in te zetten. Als alle actieve spelers tijdens een ronde checken, wordt de ronde als gespeeld beschouwd.
2. BET – als er in de huidige inzetronde nog niet is ingezet, kan een speler inzetten. Wanneer een speler inzet, kan de speler die meteen links van deze speler zit (en eventuele volgende spelers) de hand weggooien (fold), de inzet verhogen (raise) of meegaan (call).
3. FOLD – als een speler zijn of haar hand weggooit (fold), verspeelt de speler het recht op de pot. Een speler die de hand heeft weggegooid, hoeft niet meer in te zetten of mag niet meer inzetten in de lopende hand, maar kan die hand ook niet winnen.
4. CALL – als er in de huidige inzetronde is ingezet, kan een speler callen (meegaan). Om te callen moet een speler de huidige inzet van de tegenstander(s) evenaren met een even hoge inzet.
5. RAISE – als er in de huidige inzetronde is ingezet, kan een speler deze inzet verhogen. Om te raisen moet de speler een hogere inzet plaatsen dan de huidige inzet. Alle volgende spelers moeten meegaan met de raise of opnieuw verhogen (‘reraise') om recht te houden op de pot.

Als de laatste inzet of raise in de laatste inzetronde is gespeeld, vindt er een ‘showdown' plaats. Op dat moment wordt bepaald wie de pot wint, wanneer de spelers een voor een hun hand laten zien. Het kan voorkomen dat er geen showdown is. Dit komt voor wanneer een speler inzet of verhoogt en er geen actieve spelers zijn die meegaan met de inzet van de speler (met andere woorden, wanneer alle spelers folden of hun hand weggooien). In dat geval wint de speler die de inzet of raise heeft geplaatst, de volledige pot. Meer info op PokerStars.be.

Hier meer info over Hoe online poker spelen?

Mogelijke Pokerhanden

Dit zijn de traditionele mogelijke pokerhanden:

• Straight Flush: Vijf opeenvolgende kaarten van dezelfde kleur.
  Bij een gelijke hand: Hoogste kaart van de hand bepaalt wie er wint. De best mogelijke straight flush is bekend als de Royal Flush, die bestaat uit de aas, koning, vrouw, boer en tien van eenzelfde kaartkleur (schoppen, harten, ruiten of klaveren). Een royal flush kan niet verliezen.
• Four of a Kind: Vier gelijke kaarten en één bijkaart (ook wel ‘kicker’).
  Bij een gelijke hand: De hoogste four of a kind wint. In varianten met gemeenschappelijke kaarten waarin spelers dezelfde four of a kind hebben, wint de speler met de hoogste bijkaart (‘kicker').
• Full House: Drie gelijke kaarten en twee andere gelijke kaarten.
  Bij een gelijke hand: De speler met de hoogste drie gelijke kaarten wint de pot. Bij varianten met gemeenschappelijke kaarten waarin spelers dezelfde drie gelijke kaarten hebben, wint de speler van wie de twee gelijke kaarten de hoogste waarde hebben.
• Flush: Vijf kaarten van dezelfde kleur.
  Bij een gelijke hand: De speler met de hoogste kaart wint. Bij een gelijk resultaat wordt de winnaar bepaald door achtereenvolgens naar de waarde van de andere vier kaarten te kijken. Eerst de op een na hoogste, dan de op twee na hoogste enz. Als alle vijf de kaarten dezelfde waarde hebben, wordt de pot gedeeld. De kaartkleur wordt nooit gebruikt om te bepalen wie er wint.
• Straight: Vijf opeenvolgende kaarten.
  Bij een gelijke hand: De hoogste kaart van de hand bepaalt wie er wint.
  Opmerking: De aas kan boven (hoog) of onder in de hand (laag) worden gebruikt en is de enige kaart waarbij dit mogelijk is. A, K, Q, J, T is de hoogste (Aas-hoge) straight; 5, 4, 3, 2, A is de laagste (5-hoge) straight.
• Three of a kind: Drie gelijke kaarten en twee andere, niet-gerelateerde bijkaarten.
  Bij een gelijke hand: De hoogste three of a kind wint. In varianten met gemeenschappelijke kaarten waarin spelers dezelfde three of a kind hebben, wint de speler met de hoogste kicker en zo nodig de tweede kicker.
• Two pair: Twee gelijke kaarten, twee andere gelijke kaarten en één bijkaart.
  Bij een gelijke hand: De speler met het hoogste pair wint. Als spelers hetzelfde hoogste pair hebben, wint het hoogste tweede pair. Als beide spelers gelijke pairs hebben, wint de speler met de hoogste kicker.
• One pair: Twee gelijke kaarten en drie andere, niet-gerelateerde bijkaarten.
  Bij een gelijke hand: De speler met het hoogste pair wint. Als spelers hetzelfde pair hebben, wint de speler met de hoogste kicker en zo nodig kan de winnaar worden bepaald met de tweede of derde hoogste kicker.
• High card: Elke hand die niet binnen de hierboven genoemde categorieën valt.
  Bij een gelijke hand: De speler met de hoogste kaart wint en zo nodig kan de winnaar worden bepaald door achtereenvolgens naar de waarde van de andere vier kaarten te kijken.